De spelers zijn invloedrijke Amsterdamse kooplieden, aan het einde van de 19e eeuw. Ze vervaardigen allerlei goederen, zoals meubels, tegels en kristal en slaan die op in de pakhuizen bij de haven, om ze vervolgens te verhandelen.

Door handig de kaarten te gebruiken en slim dobbelstenen te kiezen, krijgen ze waardevolle grondstoffen. Hiermee kunnen ze huizenblokken in bezit nemen, belangrijke gebouwen bouwen, werklieden inhuren en hun schepen door de haven bewegen. Amsterdam wordt gespeeld over 12 rondes die elk uit 4 fases bestaan. In de eerste fase pak je een kaart uit het aanbod en leg je deze in je persoonlijke speelgebied. In de tweede fase worden alle dobbelstenen gegooid en kiezen spelers 2 dobbelstenen. Elke speler pakt het aantal grondstoffen van die dobbelsteen gelijk aan het resultaat. Het resultaat geeft aan hoeveel je er mag pakken, maar ook hoe lang het duurt voordat je de grondstoffen in een ronde kunt gebruiken (draaischijf). Daarna draai je de draaischijf, ontvang je alle grondstoffen van die ronde en mag je acties uitvoeren. Er zijn 8 verschillende acties die in een volgorde en combinatie naar keuze uitgevoerd kunnen worden. Probeer huizenblokken in de stad in bezit te nemen en de gewonnen grondstoffen met je vrachtschip naar de verschillende havens te brengen. Door goederen af te leveren ontvang je punten. De huizenblokken leveren aan het einde van het spel punten op. De vooruitgang op de Amstel levert punten op maar draagt ook bij aan de speelvolgorde in de rondes.

Door kaarten te activeren ontvang je in je beurt voordelen maar voorkom je ook strafpunten op het moment dat je te veel kaarten onder je spelersbord hebt liggen. Het doel is om zoveel mogelijk munten en punten te verzamelen. Na het uitvoeren van alle acties wordt de ronde afgesloten en na 12 rondes eindigt het spel. De speler met de meeste punten is de winnaar.